Statenvertaling
Mensenkind! het huis Israëls, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde vrouw.
Herziene Statenvertaling*
Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Mensenkind, toen het huis Israëls nog in zijn land woonde, heeft het dat verontreinigd door zijn handel en wandel. Als de maandelijkse onreinheid, zo was hun wandel in mijn ogen.
King James Version + Strongnumbers
Son H1121 of man, H120 when the house H1004 of Israel H3478 dwelt H3427 in H5921 their own land, H127 they defiled H2930 it by their own way H1870 and by their doings: H5949 their way H1870 was H1961 before H6440 me as the uncleanness H2932 of a removed woman. H5079
Updated King James Version
Son of man, when the house of Israel dwelt in their own land, they defiled it by their own way and by their doings: their way was before me as the uncleanness of a removed woman.
Gerelateerde verzen
Jeremía 3:1 - Jeremía 3:2 | Jeremía 2:7 | Psalmen 106:37 - Psalmen 106:38 | Leviticus 18:24 - Leviticus 18:28 | Jesaja 24:5 | Jeremía 3:9 | Jesaja 64:6 | Micha 2:10 | Numeri 35:33 - Numeri 35:34 | Jeremía 16:18 | Leviticus 15:19 - Leviticus 15:33