Logo Bijbelvers.net

Ezra 6:14



Statenvertaling
En de oudsten der Joden bouwden en gingen voorspoediglijk voort, door de profetie van den profeet Haggaï en Zacharía, den zoon van Iddo; en zij bouwden en voltrokken het, naar het bevel van den God Israëls, en naar het bevel van Kores, en Daríus, en Arthahsasta, koning van Perzië.

Herziene Statenvertaling*
En de oudsten van de Joden bouwden en maakten goede vorder­ingen onder de profetie van Haggaï, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo. Ze bouwden en voltooiden het overeenkomstig het bevel van de God van Israël en overeenkomstig het bev­el van Kores en Darius en Arthahsasta, de koning van Perzië.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
De oudsten der Judeeërs bouwden voorspoedig voort tijdens het profeteren van de profeet Haggai en van Zacharia, de zoon van Iddo; zij voltooiden de bouw volgens het gebod van de God van Israël en volgens het bevel van Kores Darius en Artachsasta, koning van Perzie,

King James Version + Strongnumbers
And the elders H7868 of the Jews H3062 builded, H1124 and they prospered H6744 through the prophesying H5017 of Haggai H2292 the prophet H5029 and Zechariah H2148 the son H1247 of Iddo. H5714 And they builded, H1124 and finished H3635 it, according H4481 to the commandment H2941 of the God H426 of Israel, H3479 and according to H4481 the commandment H2942 of Cyrus, H3567 and Darius, H1868 and Artaxerxes H783 king H4430 of Persia. H6540

Updated King James Version
And the elders of the Jews built, and they prospered through the prophesying of Haggai the prophet and Zechariah the son of Iddo. And they built, and finished it, according to the commandment of the God of Israel, and according to the commandment of Cyrus, and Darius, and Artaxerxes king of Persia.

Gerelateerde verzen
Ezra 3:8 | Ezra 7:1 | Jesaja 44:28 | Haggaï 1:8 | Haggaï 1:12 - Haggaï 1:14 | Zacharia 2:1 - Zacharia 2:4 | Ezra 1:1 - Ezra 1:4 | Ezra 6:12 - Ezra 6:13 | Ezra 5:13 | Ezra 4:24 - Ezra 5:2 | Zacharia 6:1 - Zacharia 6:15 | Haggaï 2:2 - Haggaï 2:15 | Zacharia 4:9 | Ezra 4:3