Statenvertaling
En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, Harans zoon, zijns zoons zoon, en Sarai, zijn schoondochter, de huisvrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hen uit Ur der Chaldeën, om te gaan naar het land Kanaän; en zij kwamen tot Haran, en woonden aldaar.
Herziene Statenvertaling*
En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, zijn kleinzoon, de zoon van Haran, en Sarai, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram, en zij trokken met hen uit Ur van de Chaldeeën om naar het land Kanaän te gaan; en zij kwamen tot Haran en bleven daar wonen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Terach nam zijn zoon Abram en Lot, de zoon van Haran, zijn kleinzoon, en Sarai, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram; en hij deed hen wegtrekken uit Ur der Chaldeeën om te gaan naar het land Kanaän, en zij kwamen te Haran en bleven daar.
King James Version + Strongnumbers
And Terah H8646 took H3947 ( H853 ) Abram H87 his son, H1121 and Lot H3876 the son H1121 of Haran H2039 his son's H1121 son, H1121 and Sarai H8297 his daughter in law, H3618 his son H1121 Abram's H87 wife; H802 and they went forth H3318 with H854 them from Ur H4480 - H218 of the Chaldees, H3778 to go H1980 into the land H776 of Canaan; H3667 and they came H935 unto H5704 Haran, H2771 and dwelt H3427 there. H8033
Updated King James Version
And Terah took Abram his son, and Lot the son of Haran his son's son, and Sarai his daughter in law, his son Abram's wife; and they went forth with them from Ur of the Chaldees, to go into the land of Canaan; and they came unto Haran, and dwelt there.
Gerelateerde verzen
Jozua 24:2 - Jozua 24:3 | Genesis 12:4 | Genesis 15:7 | Genesis 27:43 | Genesis 24:10 | Nehémia 9:7 | Genesis 24:15 | Genesis 11:26 - Genesis 11:28 | Hebreeën 11:8 | Handelingen 7:2 - Handelingen 7:4 | Genesis 29:4 - Genesis 29:5 | Genesis 10:19 | Genesis 11:32 - Genesis 12:1