Statenvertaling
En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout.
Herziene Statenvertaling*
En zij kwamen op de plaats die God hem genoemd had. Abraham bouwde daar het altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Izak en legde hem op het altaar, boven op het hout.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout.
King James Version + Strongnumbers
And they came H935 to H413 the place H4725 which H834 God H430 had told H559 him of; and Abraham H85 built H1129 ( H853 ) an altar H4196 there, H8033 and laid the wood in order, H6186 ( H853 ) H6086 and bound H6123 ( H853 ) Isaac H3327 his son, H1121 and laid H7760 him on H5921 the altar H4196 upon H4480 - H4605 the wood. H6086
Updated King James Version
And they came to the place which God had told him of; and Abraham built an altar there, and laid the wood in order, and bound Isaac his son, and laid him on the altar upon the wood.
Gerelateerde verzen
Markus 15:1 | Psalmen 118:27 | Matthéüs 27:2 | Matthéüs 21:1 - Matthéüs 21:46 | Johannes 10:17 - Johannes 10:18 | Genesis 8:20 | 1 Petrus 2:24 | Hebreeën 9:28 | Genesis 12:7 | Jesaja 53:4 - Jesaja 53:10 | Jakobus 2:21 | Genesis 22:2 - Genesis 22:4 | Handelingen 8:32 | Filippenzen 2:7 - Filippenzen 2:8 | Éfeze 5:2 | Galaten 3:13 | Matthéüs 26:1 - Matthéüs 26:27 | Hebreeën 11:17 - Hebreeën 11:19