Logo Bijbelvers.net

Genesis 25:6



Statenvertaling
Maar aan de zonen der bijwijven, die Abraham had, gaf Abraham geschenken; en zond hen weg van zijn zoon Izak, terwijl hij nog leefde, oostwaarts naar het land van het Oosten.

Herziene Statenvertaling*
maar aan de zonen van de bijvrouwen die Abra­ham had, gaf Abraham geschenken. Hij stuurde hen, toen hij nog leefde, bij zijn zoon Izak vandaan in oostelijke richting, naar het Oosterland.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar aan de zonen van de bijvrouwen, die Abraham had, gaf Abraham geschenken, en hij zond hen, nog bij zijn leven, weg van zijn zoon Isaak, oostwaarts, naar het Oosterland.

King James Version + Strongnumbers
But unto the sons H1121 of the concubines, H6370 which H834 Abraham H85 had, Abraham H85 gave H5414 gifts, H4979 and sent them away H7971 from H4480 - H5921 Isaac H3327 his son, H1121 while he yet H5750 lived, H2416 eastward, H6924 unto H413 the east H6924 country. H776

Updated King James Version
But unto the sons of the concubines, which Abraham had, Abraham gave gifts, and sent them away from Isaac his son, while he yet lived, eastward, unto the east country.

Gerelateerde verzen
Genesis 32:22 | Psalmen 17:14 - Psalmen 17:15 | Handelingen 14:17 | Genesis 30:4 | Richteren6:3 | Matthéüs 5:45 | Richteren19:4 | Genesis 21:14 | Genesis 25:1 | Job 1:1 | Genesis 35:22 | Job 1:3 | Richteren19:1 - Richteren19:2 | Genesis 16:3 | Lukas 11:11 - Lukas 11:13 | Genesis 30:9