Statenvertaling
Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden;
Herziene Statenvertaling*
opdat wij door twee onveranderlijke dingen, waarin het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die (tot Hem de) toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt.
King James Version + Strongnumbers
That G2443 by G1223 two G1417 immutable G276 things, G4229 in G1722 which G3739 it was impossible G102 for God G2316 to lie, G5574 we might have G2192 a strong G2478 consolation, G3874 who have fled for refuge G2703 to lay hold upon G2902 the hope G1680 set before G4295 us:
Updated King James Version
That by two immutable things, in which it was impossible for God to lie, we might have a strong consolation, who have fled for refuge to lay hold upon the hope set before us:
Gerelateerde verzen
Matthéüs 3:7 | Jozua 20:3 | 2 Thessalonicenzen 2:16 - 2 Thessalonicenzen 2:17 | Romeinen 15:5 | Zacharia 9:12 | Jesaja 27:5 | Hebreeën 3:6 | Kolossenzen 1:5 | Psalmen 62:8 | 1 Timótheüs 1:1 | 1 Johannes 1:10 | Jesaja 51:12 | Genesis 19:22 | Lukas 2:25 | Kolossenzen 1:27 | Hebreeën 12:1 - Hebreeën 12:2 | Kolossenzen 1:23 | Romeinen 3:4 | 2 Korinthe 1:5 - 2 Korinthe 1:7 | 1 Timótheüs 6:12 | Romeinen 3:25 | Hebreeën 7:21 | Psalmen 46:1 | Filippenzen 2:1 | Spreuken 4:13 | 1 Johannes 5:10 | Jesaja 66:10 - Jesaja 66:13 | Numeri 35:11 - Numeri 35:15 | Matthéüs 24:35 | Jesaja 32:1 - Jesaja 32:2 | Numeri 23:19 | 1 Samuël 15:29 | 2 Korinthe 5:18 - 2 Korinthe 5:21 | Titus 1:2 | Jesaja 56:4 | Hebreeën 3:11 | 1 Thessalonicenzen 1:10 | 2 Timótheüs 2:13 | Jesaja 64:7 | Psalmen 110:4 | 1 Koningen 2:28 | Spreuken 3:18 | Hebreeën 11:7