Jesaja 11:6
Statenvertaling
En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
Herziene Statenvertaling*
Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden;
King James Version + Strongnumbers
The wolf H2061 also shall dwell H1481 with H5973 the lamb, H3532 and the leopard H5246 shall lie down H7257 with H5973 the kid; H1423 and the calf H5695 and the young lion H3715 and the fatling H4806 together; H3162 and a little H6996 child H5288 shall lead H5090 them.
Updated King James Version
The wolf also shall dwell with the lamb, and the leopard shall lie down with the kid; and the calf and the young lion and the fatling together; and a little child shall lead them.
Gerelateerde verzen
Galaten 3:26 - Galaten 3:27 | Jesaja 65:25 | Romeinen 14:17 | Ezechiël 34:25 | Hoséa 2:18 | Éfeze 4:22 - Éfeze 4:32 | Kolossenzen 3:3 - Kolossenzen 3:8 | Handelingen 9:13 - Handelingen 9:20 | 2 Korinthe 5:14 - 2 Korinthe 5:21 | Titus 3:3 - Titus 3:5 | 1 Korinthe 6:9 - 1 Korinthe 6:11 | Filémon 1:9 - Filémon 1:16 | Openbaring 5:9 - Openbaring 5:10