Statenvertaling
Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazaréner. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.
Herziene Statenvertaling*
Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazarener. Jezus zei tegen hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verraadde, stond ook bij hen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeër. Hij zeide tot hen: Ik ben het. En ook Judas, zijn verrader, stond bij hen.
King James Version + Strongnumbers
They answered G611 him, G846 Jesus G2424 of Nazareth. G3480 Jesus G2424 saith G3004 unto them, G846 I G1473 am G1510 he. And G1161 Judas G2455 also, G2532 which betrayed G3860 him, G846 stood G2476 with G3326 them. G846
Updated King James Version
They answered him, Jesus of Nazareth. Jesus says unto them, I am he. And Judas also, which betrayed him, stood with them.
Gerelateerde verzen
Johannes 19:19 | Jesaja 3:9 | Jeremía 8:12 | Matthéüs 21:11 | Johannes 1:46 | Matthéüs 2:23