Statenvertaling
Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet.
Herziene Statenvertaling*
Maar Hij zei tegen hen: Ik heb voedsel te eten waarvan u geen weet hebt.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij zeide echter tot hen: Ik heb een spijs te eten, waarvan gij niet weet.
King James Version + Strongnumbers
But G1161 he G3588 said G2036 unto them, G846 I G1473 have G2192 meat G1035 to eat G5315 that G3739 ye G5210 know G1492 not G3756 of.
Updated King James Version
But he said unto them, I have food to eat that all of you know not of.
Gerelateerde verzen
Openbaring 2:17 | Psalmen 119:103 | Johannes 4:34 | Spreuken 18:20 | Psalmen 25:14 | Job 23:12 | Handelingen 20:35 | Psalmen 63:5 | Jesaja 53:11 | Jeremía 15:16 | Spreuken 14:10