Statenvertaling
Toen zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij?
Herziene Statenvertaling*
Toen zeiden zij tegen hem: Vertel ons toch door wie dit onheil ons overkomt. Wat is uw werk en waar komt u vandaan? Wat is uw land en van welk volk bent u?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zeiden zij tot hem: Deel ons toch mee, door wiens schuld dit onheil ons treft; wat is uw bedrijf en vanwaar komt gij, wat is uw land en van welk volk zijt gij?
King James Version + Strongnumbers
Then said H559 they unto H413 him, Tell H5046 us, we pray thee, H4994 for whose cause H834 - H4310 this H2063 evil H7451 is upon us; What H4100 is thine occupation? H4399 and whence H4480 - H370 comest H935 thou? what H4100 is thy country? H776 and of what H335 - H4480 - H2088 people H5971 art thou? H859
Updated King James Version
Then said they unto him, Tell us, we pray you, for whose cause this evil is upon us; What is your occupation? and whence come you? what is your country? and of what people are you?
Gerelateerde verzen
1 Samuël 30:13 | Jozua 7:19 | Genesis 47:3 | 1 Samuël 14:43 | Jakobus 5:16