Statenvertaling
En een ieder uit het huis Israëls, en uit de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed zal gegeten hebben, tegen diens ziel, die dat bloed zal gegeten hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien.
Herziene Statenvertaling*
Iedereen uit het huis van Israël en van de vreemdelingen die in hun midden verblijven, die wat voor bloed dan ook gegeten heeft, tegen die persoon die dat bloed gegeten heeft, zal Ik Mijn aangezicht keren, en Ik zal hem uit het midden van zijn volk uitroeien.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Ieder van het huis Israëls en van de vreemdelingen, die in hun midden vertoeven, die enig bloed eet; tegen zo iemand, die dat bloed gegeten heeft, zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien.
King James Version + Strongnumbers
And whatsoever man H376 - H376 there be of the house H4480 - H1004 of Israel, H3478 or of H4480 the strangers H1616 that sojourn H1481 among H8432 you, that H834 eateth H398 any manner H3605 of blood; H1818 I will even set H5414 my face H6440 against that soul H5315 that eateth H398 ( H853 ) blood, H1818 and will cut him off H3772 ( H853 ) from among H4480 - H7130 his people. H5971
Updated King James Version
And whatsoever man there be of the house of Israel, or of the strangers that sojourn among you, that eats any manner of blood; I will even set my face against that soul that eats blood, and will cut him off from among his people.
Gerelateerde verzen
Leviticus 19:26 | Deuteronomium 12:23 | Ezechiël 14:8 | Hebreeën 10:29 | Leviticus 7:26 - Leviticus 7:27 | Ezechiël 15:7 | Deuteronomium 15:23 | Psalmen 34:16 | Handelingen 15:20 | Genesis 9:4 | Jeremía 21:10 | Handelingen 15:29 | Leviticus 17:11 | Jeremía 44:11 | Ezechiël 44:7 | Leviticus 20:3 - Leviticus 20:6 | Leviticus 26:17 | Leviticus 3:17 | 1 Samuël 14:33 | Deuteronomium 12:16 | Ezechiël 33:25