Statenvertaling
Ook zal de priester van dat bloed doen op de hoornen des reukaltaars der welriekende specerijen, voor het aangezicht des HEEREN, dat in de tent der samenkomst is; dan zal hij al het bloed van den var uitgieten aan den bodem van het altaar des brandoffers, hetwelk is aan de deur van de tent der samenkomst.
Herziene Statenvertaling*
En de priester moet een deel van het bloed strijken op de horens van het altaar voor het geurige reukwerk, dat in de tent van ontmoeting staat voor het aangezicht van de HEERE. En hij moet al het overige bloed van de jonge stier uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de tent van ontmoeting staat.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En de priester zal van het bloed strijken aan de horens van het reukaltaar, dat voor het aangezicht des Heren staat in de tent der samenkomst; al het [overige] bloed van de stier zal hij uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de tent der samenkomst staat.
King James Version + Strongnumbers
And the priest H3548 shall put H5414 some of H4480 the blood H1818 upon H5921 the horns H7161 of the altar H4196 of sweet H5561 incense H7004 before H6440 the LORD, H3068 which H834 is in the tabernacle H168 of the congregation; H4150 and shall pour H8210 all H3605 the blood H1818 of the bullock H6499 at H413 the bottom H3247 of the altar H4196 of the burnt offering, H5930 which H834 is at the door H6607 of the tabernacle H168 of the congregation. H4150
Updated King James Version
And the priest shall put some of the blood upon the horns of the altar of sweet incense before the LORD, which is in the tabernacle of the congregation; and shall pour all the blood of the bullock at the bottom of the altar of the burnt offering, which is at the door of the tabernacle of the congregation.
Gerelateerde verzen
Leviticus 8:15 | Leviticus 5:9 | Éfeze 2:13 | Hebreeën 9:15 | Leviticus 4:18 | Éxodus 30:1 - Éxodus 30:10 | Leviticus 16:18 | Leviticus 4:34 | Psalmen 118:27 | Leviticus 4:30 | Hebreeën 9:21 | Leviticus 9:9