Statenvertaling
En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij.
Herziene Statenvertaling*
En de rentmeester zei bij zichzelf: Wat moet ik doen, omdat mijn heer dit rentmeesterschap van mij afneemt? Spitten kan ik niet en voor bedelen schaam ik mij.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
De rentmeester zeide bij zichzelf: Wat moet ik doen? Want mijn heer ontneemt mij mijn rentmeesterschap. Spitten kan ik niet, voor bedelen schaam ik mij.
King James Version + Strongnumbers
Then G1161 the G3588 steward G3623 said G2036 within G1722 himself, G1438 What G5101 shall I do? G4160 for G3754 my G3450 lord G2962 taketh away G851 from G575 me G1700 the G3588 stewardship: G3622 I cannot G2480 - G3756 dig; G4626 to beg G1871 I am ashamed. G153
Updated King James Version
Then the steward said within himself, What shall I do? for my lord takes away from me the stewardship: I cannot dig; to beg I am ashamed.
Gerelateerde verzen
Spreuken 18:9 | Johannes 9:8 | Jesaja 10:3 | Spreuken 27:23 - Spreuken 27:27 | Spreuken 21:25 - Spreuken 21:26 | Spreuken 13:4 | Markus 10:46 | Hoséa 9:5 | Handelingen 9:6 | Spreuken 19:15 | Lukas 18:4 | Lukas 12:17 | Lukas 16:20 | Spreuken 29:21 | Spreuken 20:4 | Spreuken 26:13 - Spreuken 26:16 | Esther 6:6 | Spreuken 15:19 | Handelingen 3:2 | 2 Thessalonicenzen 3:11 | Spreuken 24:30 - Spreuken 24:34 | Jeremía 5:31 | Lukas 16:22