Statenvertaling
Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan dat wij heengaan en spijs kopen voor al dit volk;
Herziene Statenvertaling*
Maar Hij zei tegen hen: Geeft u hun te eten. Zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen, of wij zouden voor al dit volk voedsel moeten gaan kopen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. Zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen, of wij zouden moeten heengaan om voor al dit volk voedsel te kopen.
King James Version + Strongnumbers
But G1161 he said G2036 unto G4314 them, G846 Give G1325 ye G5210 them G846 to eat. G5315 And G1161 they G3588 said, G2036 We G2254 have G1526 no G3756 more G4119 but G2228 five G4002 loaves G740 and G2532 two G1417 fishes; G2486 except G1509 we G2249 should go G4198 and buy G59 meat G1033 for G1519 all G3956 this G5126 people. G2992
Updated King James Version
But he said unto them, Give all of you them to eat. And they said, We have no more but five loaves and two fishes; except we should go and buy food for all this people.
Gerelateerde verzen
Markus 6:37 - Markus 6:38 | Numeri 11:21 - Numeri 11:23 | 2 Koningen 4:42 - 2 Koningen 4:43 | Johannes 6:5 - Johannes 6:9 | Matthéüs 14:16 - Matthéüs 14:17 | Spreuken 11:24 - Spreuken 11:25