Statenvertaling
David dan zelf noemt Hem zijn Heere, en hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne.
Herziene Statenvertaling*
David noemt Hem dus zelf zijn Heere en hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn? En de grote menigte hoorde Hem graag.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
David zelf noemt Hem Here, en hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En het merendeel van de schare hoorde Hem gaarne.
King James Version + Strongnumbers
David G1138 therefore G3767 himself G846 calleth G3004 him G846 Lord; G2962 and G2532 whence G4159 is G2076 he then his G846 son? G5207 And G2532 the G3588 common G4183 people G3793 heard G191 him G846 gladly. G2234
Updated King James Version
David therefore himself calls him Lord; and whence is he then his son? And the common people heard him gladly.
Gerelateerde verzen
Openbaring 22:16 | Johannes 12:9 | Lukas 19:48 | Matthéüs 21:46 | Matthéüs 11:5 | 1 Timótheüs 3:16 | Romeinen 9:5 | Johannes 7:46 - Johannes 7:49 | Matthéüs 1:23 | Jakobus 2:5 | Matthéüs 11:25 | Lukas 21:38 | Romeinen 1:3 - Romeinen 1:4