Statenvertaling
Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.
Herziene Statenvertaling*
Zij zeiden tegen Hem: Van de keizer. Toen zei Hij tegen hen: Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij zeiden: Van de keizer. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is.
King James Version + Strongnumbers
They say G3004 unto him, G846 Caesar's. G2541 Then G5119 saith G3004 he unto them, G846 Render G591 therefore G3767 unto Caesar G2541 the things G3588 which are Caesar's; G2541 and G2532 unto God G2316 the things G3588 that are God's. G2316
Updated King James Version
They say unto him, Caesar's. Then says he unto them, Render therefore unto Caesar the things which are Caesar's; and unto God the things that are God's.
Gerelateerde verzen
1 Petrus 2:13 - 1 Petrus 2:17 | Matthéüs 17:25 - Matthéüs 17:27 | Daniël 6:20 - Daniël 6:23 | Daniël 6:10 - Daniël 6:11 | Handelingen 4:19 | Matthéüs 4:10 | Maleáchi 1:6 - Maleáchi 1:8 | Spreuken 24:21 | Lukas 23:2 | Daniël 3:16 - Daniël 3:18 | Handelingen 5:29 | Romeinen 13:7 | Maleáchi 3:8 - Maleáchi 3:10 | Matthéüs 22:37