Statenvertaling
Palal, de zoon van Uzai, tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des konings huis uitsteekt, die bij den voorhof der gevangenis is; na hem Pedája, de zoon van Paros;
Herziene Statenvertaling*
Palal, de zoon van Uzai, verrichtte herstelwerk tegenover de Punt en de toren die vanaf het huis van de koning naar boven uitsteekt, die aan het binnenplein van de wacht staat; daarachter werkte Pedaja, de zoon van Paros.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Palal, de zoon van Uzai, [was] [bezig] tegenover de Punt en de hoge toren, die uitspringt uit het huis des konings, bij de gevangenhof. Verderop [was] [bezig] Pedaja, de zoon van Paros
King James Version + Strongnumbers
Palal H6420 the son H1121 of Uzai, H186 over against H4480 - H5048 the turning H4740 of the wall, and the tower H4026 which lieth out H3318 from the king's H4428 high H5945 house, H4480 - H1004 that H834 was by the court H2691 of the prison. H4307 After H310 him Pedaiah H6305 the son H1121 of Parosh. H6551
Updated King James Version
Palal the son of Uzai, opposite to the turning of the wall, and the tower which lies out from the king's high house, that was by the court of the prison. After him Pedaiah the son of Parosh.
Gerelateerde verzen
Nehémia 7:8 | Jeremía 39:14 - Jeremía 39:15 | Jeremía 37:21 | Jeremía 22:14 | Jeremía 33:1 | Ezra 2:3 | Nehémia 12:39 | Jeremía 32:2 | Jeremía 39:8 | Nehémia 8:4