Statenvertaling
En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.
Herziene Statenvertaling*
Ik zei tegen hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden totdat de zon heet wordt, en terwijl de wachters nog in dienst zijn, moeten ze de deuren sluiten, en vergrendelt u ze dan. En laat men wachtposten opstellen, inwoners van Jeruzalem, ieder op zijn wachtpost, en ieder tegenover zijn eigen huis.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En ik zeide tot hen: De poorten van Jeruzalem mogen niet geopend worden, voordat de zon heet wordt; en, terwijl men op zijn post staat, moet men de deuren sluiten, en gij moet ze grendelen. En gij zult wachtposten opstellen van de inwoners van Jeruzalem, ieder op zijn post, ieder tegenover zijn huis.
King James Version + Strongnumbers
And I said H559 unto them, Let not H3808 the gates H8179 of Jerusalem H3389 be opened H6605 until H5704 the sun H8121 be hot; H2552 and while H5704 they H1992 stand H5975 by, let them shut H1479 the doors, H1817 and bar H270 them: and appoint H5975 watches H4931 of the inhabitants H3427 of Jerusalem, H3389 every one H376 in his watch, H4929 and every one H376 to be over against H5048 his house. H1004
Updated King James Version
And I said unto them, Let not the gates of Jerusalem be opened until the sun be hot; and while they stand by, let them shut the doors, and bar them: and appoint watches of the inhabitants of Jerusalem, every one in his watch, and every one to be opposite to his house.
Gerelateerde verzen
Nehémia 3:23 | Psalmen 127:1 | Nehémia 3:28 - Nehémia 3:30 | Nehémia 13:19 | Matthéüs 10:16