Statenvertaling
Want de HEERE had van die gezegd, dat zij in de woestijn gewisselijk zouden sterven; en er was niemand van hen overgebleven, dan Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.
Herziene Statenvertaling*
Want de HEERE had tegen hen gezegd dat zij zeker in de woestijn zouden sterven; van hen was niemand overgebleven dan Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Want de Here had van hen gezegd: Zij zullen voorzeker in de woestijn sterven. En van hen was niemand overgebleven dan Kaleb, de zoon van Jefunne en Jozua, de zoon van Nun.
King James Version + Strongnumbers
For H3588 the LORD H3068 had said H559 of them, They shall surely die H4191 - H4191 in the wilderness. H4057 And there was not H3808 left H3498 a man H376 of H4480 them, save H3588 - H518 Caleb H3612 the son H1121 of Jephunneh, H3312 and Joshua H3091 the son H1121 of Nun. H5126
Updated King James Version
For the LORD had said of them, They shall surely die in the wilderness. And there was not left a man of them, save Caleb the son of Jephunneh, and Joshua the son of Nun.
Gerelateerde verzen
Deuteronomium 32:49 - Deuteronomium 32:50 | Numeri 14:35 | Numeri 14:23 - Numeri 14:24 | Romeinen 11:22 | Judas 1:5 | Hebreeën 3:17 - Hebreeën 3:18 | 1 Korinthe 10:5 - 1 Korinthe 10:6 | Numeri 14:28 - Numeri 14:30 | Éxodus 12:37 | Deuteronomium 2:14 - Deuteronomium 2:15 | Jozua 14:6 - Jozua 14:10 | Numeri 14:38 | Psalmen 90:3 - Psalmen 90:7