Logo Bijbelvers.net

Openbaring 2:17



Statenvertaling
Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt.

Herziene Statenvertaling*
Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Aan wie overwint, zal Ik van het verborgen manna te eten geven, en Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt.

King James Version + Strongnumbers
He that hath G2192 an ear, G3775 let him hear G191 what G5101 the G3588 Spirit G4151 saith G3004 unto the G3588 churches; G1577 To him G846 that overcometh G3528 will I give G1325 to eat G5315 of G575 the G3588 hidden G2928 ( G3588 ) manna, G3131 and G2532 will give G1325 him G846 a white G3022 stone, G5586 and G2532 in G1909 the G3588 stone G5586 a new G2537 name G3686 written, G1125 which G3739 no man G3762 knoweth G1097 saving G1508 he that receiveth G2983 it.

Updated King James Version
He that has an ear, let him hear what the Spirit says unto the churches; To him that overcomes will I give to eat of the hidden manna, and will give him a white stone, and in the stone a new name written, which no man knows saving he that receives it.

Gerelateerde verzen
Openbaring 19:12 - Openbaring 19:13 | Matthéüs 13:11 | Spreuken 14:10 | Openbaring 2:7 | Openbaring 14:3 | Jesaja 65:15 | Openbaring 2:11 | Psalmen 36:8 | Jesaja 62:2 | Johannes 4:32 | Jesaja 65:13 | Openbaring 3:6 | Openbaring 3:22 | Kolossenzen 3:3 | Jesaja 56:4 | Openbaring 3:12 - Openbaring 3:13 | 1 Korinthe 2:14 | Spreuken 3:32 | Johannes 6:48 - Johannes 6:58 | Psalmen 25:14