Statenvertaling
En zij hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abáddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon.
Herziene Statenvertaling*
En zij hadden een koning over zich, de engel van de afgrond. Zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon, en in het Grieks heeft hij de naam Apollyon.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij hadden over zich als koning de engel des afgronds; zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon en in het Grieks heeft hij tot naam Apollyon.
King James Version + Strongnumbers
And G2532 they had G2192 a king G935 over G1909 them, G846 which is the G3588 angel G32 of the G3588 bottomless pit, G12 whose G846 name G3686 in the Hebrew tongue G1447 is Abaddon, G3 but G2532 in G1722 the G3588 Greek tongue G1673 hath G2192 his name G3686 Apollyon. G623
Updated King James Version
And they had a king over them, which is the angel of the bottomless pit, whose name in the Hebrew tongue is Abaddon, but in the Greek tongue has his name Apollyon.
Gerelateerde verzen
Openbaring 12:9 | Johannes 14:30 | Johannes 12:31 | Éfeze 2:2 | Job 26:6 | Johannes 16:11 | 1 Johannes 5:19 | 2 Korinthe 4:4 | Johannes 8:44 | 1 Johannes 4:4 | Openbaring 9:1 - Openbaring 9:2