Statenvertaling
Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Al-Táscheth; toen Saul gezonden had, die zijn huis bewaren zouden, om hem te doden.
Herziene Statenvertaling*
Een gouden kleinood van David, voor de koorleider, op ‘Richt niet te gronde’; toen Saul dienaren gezonden had om het huis van David te bewaken en hem te doden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. Van David. Een kleinood, toen Saul zijn huis had laten bewaken om hem te doden.
King James Version + Strongnumbers
To the chief Musician, H5329 Altaschith, H516 Michtam H4387 of David; H1732 when Saul H7586 sent, H7971 and they watched H8104 ( H853 ) the house H1004 to kill H4191 him.
Updated King James Version
Gerelateerde verzen
Psalmen 20:1 | 2 Timótheüs 4:17 - 2 Timótheüs 4:18 | Psalmen 143:9 | Jesaja 33:16 | Psalmen 18:48 | Psalmen 7:1 - Psalmen 7:2 | Psalmen 91:14 | Richteren 16:2 - Richteren 16:3 | 2 Korinthe 11:32 - 2 Korinthe 11:33 | Psalmen 12:5 | Psalmen 71:4 | Psalmen 57:1 | Lukas 1:74 - Lukas 1:75 | 1 Samuël 19:11 - 1 Samuël 19:24 | Psalmen 58:1 | Psalmen 143:12