Statenvertaling
En Pínehas, de zoon van Eleázar, den zoon van Aäron, stond voor Zijn aangezicht, in die dagen, zeggende: Zal ik nog meer uittrekken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder, of zal ik ophouden? en de HEERE zeide: Trekt op, want morgen zal Ik hem in uw hand geven.
Herziene Statenvertaling*
En Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, stond in die dagen voor Zijn aangezicht en zei: Zal ik nog eens ten strijde trekken tegen mijn broeder, de Benjaminieten, of zal ik ervan afzien? En de HEERE zei: Trek op, want morgen zal Ik hem in uw hand geven.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aaron, deed in die dagen voor Hem dienst) en zij zeiden: Zal ik wederom ten strijde trekken tegen de zonen van mijn broeder Benjamin, of zal ik daarmede ophouden? En de Here zeide: Trekt op, want morgen zal Ik hen in uw macht geven.
King James Version + Strongnumbers
And Phinehas, H6372 the son H1121 of Eleazar, H499 the son H1121 of Aaron, H175 stood H5975 before H6440 it in those H1992 days,) H3117 saying, H559 Shall I yet H5750 again H3254 go out H3318 to battle H4421 against H5973 the children H1121 of Benjamin H1144 my brother, H251 or H518 shall I cease? H2308 And the LORD H3068 said, H559 Go up; H5927 for H3588 to morrow H4279 I will deliver H5414 them into thine hand. H3027
Updated King James Version
And Phinehas, the son of Eleazar, the son of Aaron, stood before it in those days,) saying, Shall I yet again go out to battle against the children of Benjamin my brother, or shall I cease? And the LORD said, Go up; in order to morrow I will deliver them into your hand.
Gerelateerde verzen
Numeri 25:7 - Numeri 25:13 | Richteren 1:2 | 2 Samuël 5:19 - 2 Samuël 5:24 | 1 Samuël 23:4 - 1 Samuël 23:12 | Jozua 22:13 | 2 Samuël 6:7 - 2 Samuël 6:12 | 2 Samuël 6:3 | Spreuken 3:5 - Spreuken 3:6 | Jozua 7:7 | Richteren 7:9 | 1 Samuël 14:37 | Deuteronomium 18:5 | 2 Kronieken 20:17 | Deuteronomium 10:8 | Jozua 22:30 - Jozua 22:32 | Jeremía 10:23 | Jozua 24:33 | 1 Samuël 30:8