Statenvertaling
En de kinderen Israëls zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen in de vergadering uit al de stammen van Israël tot den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk gedood worden.
Herziene Statenvertaling*
Daarna zeiden de Israëlieten: Wie van al de stammen van Israël is er die niet in de gemeente is opgekomen naar de HEERE? Er was namelijk een belangrijke eed afgelegd met het oog op hem die niet in Mizpa op zou komen naar de HEERE, met de woorden: Hij zal zeker gedood worden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En de Israëlieten zeiden: Wie uit alle stammen van Israël is niet in de gemeente opgekomen naar de Here? Zij hadden namelijk een dure eed afgelegd tegen wie niet zou opkomen naar de Here te Mispa, luidende: Hij zal stellig ter dood gebracht worden.
King James Version + Strongnumbers
And the children H1121 of Israel H3478 said, H559 Who H4310 is there among all H4480 - H3605 the tribes H7626 of Israel H3478 that H834 came not up H5927 - H3808 with the congregation H6951 unto H413 the LORD? H3068 For H3588 they had made H1961 a great H1419 oath H7621 concerning H834 him that came not up H5927 - H3808 to H413 the LORD H3068 to Mizpeh, H4709 saying, H559 He shall surely be put to death. H4191 - H4191
Updated King James Version
And the children of Israel said, Who is there among all the tribes of Israel that came not up with the congregation unto the LORD? For they had made a great oath concerning him that came not up to the LORD to Mizpeh, saying, He shall surely be put to death.
Gerelateerde verzen
Jeremía 48:10 | Richteren 21:1 | 1 Samuël 11:7 | Richteren 5:23 | Leviticus 27:28 - Leviticus 27:29 | Richteren 21:18