Statenvertaling
Toen kwam hij tot de lieden van Sukkoth, en zeide: Ziet daar Zebah en Tsalmûna, van dewelke gij mij smadelijk verweten hebt, zeggende: Is de handpalm van Zebah en Tsalmûna alrede in uw hand, dat wij aan uw mannen, die moede zijn, brood zouden geven?
Herziene Statenvertaling*
Toen kwam hij bij de mensen van Sukkoth en zei: Zie, Zebah en Zalmuna, om wie u mij gehoond hebt door te zeggen: Hebt u Zebah en Zalmuna dan al in handen, dat wij uw vermoeide mannen brood zouden geven?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen ging hij naar de inwoners van Sukkot en zeide: Zie, hier zijn nu Zebach en Salmunna, om wie gij mij gehoond hebt met de woorden: hebt gij de handpalm van Zebach en Salmunna reeds in uw hand, dat wij brood aan uw vermoeide mannen zouden geven?
King James Version + Strongnumbers
And he came H935 unto H413 the men H376 of Succoth, H5523 and said, H559 Behold H2009 Zebah H2078 and Zalmunna, H6759 with whom H834 ye did upbraid H2778 me, saying, H559 Are the hands H3709 of Zebah H2078 and Zalmunna H6759 now H6258 in thine hand, H3027 that H3588 we should give H5414 bread H3899 unto thy men H376 that are weary? H3287
Updated King James Version
And he came unto the men of Succoth, and said, Behold Zebah and Zalmunna, with whom all of you did reproach me, saying, Are the hands of Zebah and Zalmunna now in your hand, that we should give bread unto your men that are weary?
Gerelateerde verzen
Richteren 8:6 - Richteren 8:7