Statenvertaling
Daarna zeide hij tot Zebah en Tsalmûna: Wat waren het voor mannen, die gij te Thabor doodsloegt? En zij zeiden: Gelijk gij, alzo waren zij, enerlei, van gedaante als koningszonen.
Herziene Statenvertaling*
Daarna zei hij tegen Zebah en Zalmuna: Wat waren het voor mannen die u op de Tabor doodde? En zij zeiden: Zij waren zoals u, één in gestalte, als koningszonen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Voorts zeide hij tot Zebach en Salmunna: Waar zijn de mannen, die gij op Tabor gedood hebt? En zij antwoordden: Zij waren aan u gelijk, van gestalte ieder als een koningszoon.
King James Version + Strongnumbers
Then said H559 he unto H413 Zebah H2078 and Zalmunna, H6759 What manner H375 of men H376 were they whom H834 ye slew H2026 at Tabor? H8396 And they answered, H559 As thou H3644 art, so were they; each one H259 resembled H8389 the children H1121 of a king. H4428
Updated King James Version
Then said he unto Zebah and Zalmunna, What manner of men were they whom all of you slew at Tabor? And they answered, As you are, so were they; each one resembled the children of a king.
Gerelateerde verzen
Judas 1:16 | Psalmen 89:12 | Richteren 4:6 | Psalmen 12:2