Statenvertaling
En ons vee zal ook met ons gaan, er zal niet een klauw achterblijven; want van hetzelve zullen wij nemen, om den HEERE, onzen God, te dienen; want wij weten niet, waarmede wij den HEERE, onzen God, dienen zullen, totdat wij daar komen.
Herziene Statenvertaling*
en ons vee zal ook met ons meegaan. Geen hoef zal achterblijven, want van het vee moeten wij nemen om de HEERE, onze God, te dienen. Wij immers, wij weten niet waarmee wij de HEERE, onze God, zullen dienen, totdat wij daar komen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar ook moet ons vee met ons meegaan, zonder dat er een hoef ontbreekt, want daarvan zullen wij nemen om de Here, onze God, te dienen; want wij weten niet, waarmee wij de Here zullen moeten dienen voordat wij daar aankomen.
King James Version + Strongnumbers
Our cattle H4735 also H1571 shall go H1980 with H5973 us; there shall not H3808 an hoof H6541 be left behind; H7604 for H3588 thereof H4480 must we take H3947 to serve H5647 ( H853 ) the LORD H3068 our God; H430 and we H587 know H3045 not H3808 with what H4100 we must serve H5647 ( H853 ) the LORD, H3068 until H5704 we come H935 thither. H8033
Updated King James Version
Our cattle also shall go with us; there shall not an hoof be left behind; for thereof must we take to serve the LORD our God; and we know not with what we must serve the LORD, until we come thither.
Gerelateerde verzen
2 Korinthe 8:5 | Jesaja 23:18 | Hebreeën 11:8 | Zacharia 14:20 | Hoséa 5:6 | Éxodus 12:32 | Spreuken 3:9 | Handelingen 2:44 - Handelingen 2:45 | Jesaja 60:5 - Jesaja 60:10