גְּאוּאֵלGuw'el (gheh-oo-ale') n/p.1. majesty of God2. Geuel, an Israelite[from H1342 and H410]KJV: Geuel. Root(s): H1342, H410 H1342H410
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden