גּוֹבַהּgobahh (go'-bah) n-m.1. elation, grandeur, arrogance[from H1361]KJV: excellency, haughty, height, high, loftiness, pride. Root(s): H1361 H1361
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden