גַּדִּיאֵלGaddiy'el (gad-dee-ale') n/p.1. fortune of God2. Gaddiel, an Israelite[from H1409 and H410]KJV: Gaddiel. Root(s): H1409, H410 H1409H410
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden