חַמּוּאֵלChammuw'el (kham-moo-ale') n/p.1. anger of God2. Chammuel, an Israelite[from H2535 and H410]KJV: Hamuel. Root(s): H2535, H410 H2535H410
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden