אֶלדָּדEldad (el-dad') n/p.1. God has loved2. Eldad, an Israelite[from H410 and H1730]KJV: Eldad. Root(s): H410, H1730 H410H1730
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden