אֶלחָנָןElchanan (el-khaw-nawn') n/p.1. God (is) gracious2. Elchanan, an Israelite[from H410 and H2603]KJV: Elkanan. Root(s): H410, H2603 H410H2603
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden