אֶלנַעַםElna`am (el-nah'-am) n/p.1. God (is his) delight2. Elnaam, an Israelite[from H410 and H5276]KJV: Elnaam. Root(s): H410, H5276 H410H5276
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden