אֶלפַּעַלElpa`al (el-pah'-al) n/p.1. God (is) act2. Elpaal, an Israelite[from H410 and H6466]KJV: Elpaal. Root(s): H410, H6466 H410H6466
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden