פְּתוּאֵלPthuw'el (peth-oo-ale') n/p.1. enlarged of God2. Pethuel, an Israelite[from H6601 and H410]KJV: Pethuel. Root(s): H6601, H410 H6601H410
Copyright © 2023 tot heden - Stichting de Gezonde Overtuiging - Alle rechten voorbehouden