Genesis 48:9

Statenvertaling
En Jozef zeide tot zijn vader: Zij zijn mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch tot mij, dat ik hen zegene!

Herziene Statenvertaling^*
Jozef zei tegen zijn vader: Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft. En hij zei: Breng hen toch bij mij, dan zal ik hen zegenen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951^**
En Jozef zeide tot zijn vader: Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft. Daarop zeide hij: Breng hen toch tot mij, opdat ik hen zegene.

King James Version + Strongnumbers
And Joseph ^H3130 said ^H559 unto ^H413 his father, ^H1 They ^H1992 are my sons, ^H1121 whom ^H834 God ^H430 hath given ^H5414 me in this ^H2088 place. And he said, ^H559 Bring ^H3947 them, I pray thee, ^H4994 unto ^H413 me, and I will bless ^H1288 them.

Updated King James Version
And Joseph said unto his father, They are my sons, whom God has given me in this place. And he said, Bring them, I pray you, unto me, and I will bless them.

Gerelateerde verzen
1 Samuël 2:20 - 1 Samuël 2:21 | 1 Samuël 1:20 | 1 Samuël 1:27 | Genesis 30:2 | Hebreeën 11:21 | Genesis 49:28 | Psalmen 127:3 | 1 Kronieken 25:5 | Ruth 4:11 - Ruth 4:14 | Jesaja 8:18 | Genesis 28:3 - Genesis 28:4 | Genesis 27:4 | Deuteronomium 33:1 | Genesis 27:28 - Genesis 27:29 | Jesaja 56:3 - Jesaja 56:5 | 1 Kronieken 26:4 - 1 Kronieken 26:5 | Genesis 27:34 - Genesis 27:40 | Genesis 33:5