Logo Bijbelvers.net

Handelingen 21:11



Statenvertaling
En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen.

Herziene Statenvertaling*
En hij kwam naar ons toe, pakte de gordel van Paulus, en nadat hij zijn eigen handen en voeten daarmee gebonden had, zei hij: Dit zegt de Heilige Geest: De man van wie deze gordel is, zullen de Joden op deze manier in Jeruzalem binden en in de handen van de heidenen overleveren.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nog niet beschikbaar

King James Version + Strongnumbers
And G2532 when he was come G2064 unto G4314 us, G2248 he ( G2532 ) took G142 Paul's G3972 girdle, G2223 and G5037 bound G1210 his own G848 hands G5495 and G2532 feet, G4228 and said, G2036 Thus G3592 saith G3004 the G3588 Holy G40 Ghost, G4151 So G3779 shall the G3588 Jews G2453 at G1722 Jerusalem G2419 bind G1210 the G3588 man G435 that G3739 owneth G2076 this G3778 girdle, G2223 and G2532 shall deliver G3860 him into G1519 the hands G5495 of the Gentiles. G1484

Updated King James Version
And when he was come unto us, he took Paul's girdle, and bound his own hands and feet, and said, Thus says the Holy Spirit, So shall the Jews at Jerusalem bind the man that owns this girdle, and shall deliver him into the hands of the Gentiles.

Gerelateerde verzen
Handelingen 28:20 | Éfeze 4:1 | 2 Koningen 13:15 - 2 Koningen 13:19 | Matthéüs 27:1 - Matthéüs 27:2 | Handelingen 24:27 | Ezechiël 24:19 - Ezechiël 24:25 | Éfeze 6:20 | 1 Koningen 22:11 | Handelingen 13:2 | 2 Timótheüs 2:9 | 1 Koningen 11:29 - 1 Koningen 11:31 | Handelingen 21:33 | Handelingen 28:25 | Hebreeën 3:7 | 1 Samuël 15:27 - 1 Samuël 15:28 | Hebreeën 10:34 | 1 Petrus 1:12 | Handelingen 28:17 | Jeremía 13:1 - Jeremía 13:11 | Handelingen 26:29 | Handelingen 9:16 | Jeremía 19:10 - Jeremía 19:11 | Handelingen 20:23 | Hoséa 12:10 | Handelingen 22:25 | Handelingen 16:6 | Matthéüs 20:18 - Matthéüs 20:19 | Éfeze 3:1