Statenvertaling
En gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en gij zult u niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.
Herziene Statenvertaling*
En u zult niet begeren de vrouw van uw naaste. U zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste, noch op zijn akker, noch op zijn slaaf, noch op zijn slavin, noch op zijn rund, noch op zijn ezel, noch op iets wat van uw naaste is.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En gij zult niet begeren uws naasten vrouw, gij zult uw zinnen niet zetten op uws naasten huis, noch op zijn akker, noch op zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn rund, zijn ezel, noch op iets, dat van uw naaste is.
King James Version + Strongnumbers
Neither H3808 shalt thou desire H2530 thy neighbour's H7453 wife, H802 neither H3808 shalt thou covet H183 thy neighbour's H7453 house, H1004 his field, H7704 or his manservant, H5650 or his maidservant, H519 his ox, H7794 or his ass, H2543 or any H3605 thing that H834 is thy neighbour's. H7453
Updated King James Version
Neither shall you desire your neighbour's wife, neither shall you covet your neighbour's house, his field, or his manservant, or his maidservant, his ox, or his ass, or any thing that is your neighbour's.
Gerelateerde verzen
1 Koningen 21:1 - 1 Koningen 21:4 | Éxodus 20:17 | Romeinen 13:9 | Romeinen 7:7 - Romeinen 7:8 | Lukas 12:15 | Micha 2:2 | Hebreeën 13:5 | 1 Timótheüs 6:9 - 1 Timótheüs 6:10 | Hábakuk 2:9