Statenvertaling
En hij was het, die opvoedde Hadássa (deze is Esther, de dochter zijns ooms); want zij had geen vader noch moeder; en zij was een jonge dochter, schoon van gedaante, en schoon van aangezicht; en als haar vader en haar moeder stierven, had Mórdechai ze zich tot een dochter aangenomen.
Herziene Statenvertaling*
En hij was het die Hadassa, dat is Esther, de dochter van zijn oom, opvoedde, want zij had geen vader of moeder. Het meisje nu was mooi van gestalte en knap om te zien. En toen haar vader en moeder gestorven waren, had Mordechai haar als dochter aangenomen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij was de pleegvader van Hadassa (dat is Ester), de dochter van zijn oom want zij had vader noch moeder, een meisje, bekoorlijk van gestalte en schoon van uiterlijk. Bij de dood van haar vader en moeder had Mordekai haar als dochter aangenomen.
King James Version + Strongnumbers
And he brought up H1961 - H539 ( H853 ) Hadassah, H1919 that H1931 is, Esther, H635 his uncle's H1730 daughter: H1323 for H3588 she had neither H369 father H1 nor mother, H517 and the maid H5291 was fair H3303 - H8389 and beautiful; H2896 - H4758 whom Mordecai, H4782 when her father H1 and mother H517 were dead, H4194 took H3947 for his own daughter. H1323
Updated King James Version
And he brought up Hadassah, that is, Esther, his uncle's daughter: for she had neither father nor mother, and the maid was fair and beautiful; whom Mordecai, when her father and mother were dead, took for his own daughter.
Gerelateerde verzen
2 Korinthe 6:18 | 1 Johannes 3:1 | Genesis 48:5 | Éfeze 6:4 | Esther 1:11 | Jeremía 32:7 - Jeremía 32:12 | Daniël 1:6 - Daniël 1:7 | Esther 2:15