Statenvertaling
Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten.
Herziene Statenvertaling*
Zeg tegen hen die met kalk bepleisteren, dat hij omvallen zal. Er komt een alles wegspoelende regen en u, hagelstenen, u zult neervallen en er zal een stormwind losbarsten.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zeg tot hen die met kalk pleisteren: toch zal hij vallen! Er zal een stromende regen komen, en gij, hagelstenen, zult neervallen, en een stormwind zal losbreken.
King James Version + Strongnumbers
Say H559 unto H413 them which daub H2902 it with untempered H8602 morter, that it shall fall: H5307 there shall be H1961 an overflowing H7857 shower; H1653 and ye, H859 O great hailstones, H68 - H417 shall fall; H5307 and a stormy H5591 wind H7307 shall rend H1234 it.
Updated King James Version
Say unto them which daub it with plaster, that it shall fall: there shall be an overflowing shower; and all of you, O great hailstones, shall fall; and a stormy wind shall rend it.
Gerelateerde verzen
Jesaja 29:6 | Matthéüs 7:25 | Jesaja 25:4 | Psalmen 18:13 - Psalmen 18:14 | Jesaja 28:2 | Jesaja 28:15 - Jesaja 28:18 | Nahum 1:7 - Nahum 1:8 | Job 27:21 | Ezechiël 38:22 | Psalmen 11:6 | Psalmen 32:6 | Nahum 1:3 | Lukas 6:48 - Lukas 6:49 | Jesaja 32:19 | Matthéüs 7:27