Statenvertaling
En Ik zeide tot hen: Een ieder werpe de verfoeiselen zijner ogen weg; en verontreinigt ulieden niet met de drekgoden van Egypte; Ik, de HEERE, ben uw God.
Herziene Statenvertaling*
Daarop zei Ik tegen hen: Laat ieder de afschuwelijke afgoden waar hij tegen opkijkt, wegwerpen. U mag uzelf niet verontreinigen met de stinkgoden van Egypte. Ik ben de HEERE, uw God.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Ik zeide tot hen: Ieder werpe de gruwelen weg, waarop zijn ogen gevestigd zijn; verontreinigt u niet met de afgoden van Egypte. Ik ben de Here, uw God.
King James Version + Strongnumbers
Then said H559 I unto H413 them, Cast ye away H7993 every man H376 the abominations H8251 of his eyes, H5869 and defile not yourselves H2930 - H408 with the idols H1544 of Egypt: H4714 I H589 am the LORD H3068 your God. H430
Updated King James Version
Then said I unto them, Cast all of you away every man the abominations of his eyes, and defile not yourselves with the idols of Egypt: I am the LORD your God.
Gerelateerde verzen
Jesaja 31:7 | Leviticus 18:3 | Ezechiël 18:6 | Ezechiël 23:8 | Éxodus 20:4 | Leviticus 17:7 | Leviticus 20:7 | Éxodus 16:12 | Ezechiël 18:15 | 2 Kronieken 15:8 | Leviticus 11:44 | Jozua 24:14 | Ezechiël 18:31 | Éxodus 20:2 | Ezechiël 20:8 | Ezechiël 14:6 | Ezechiël 6:9 | Ezechiël 23:3 | Ezechiël 20:19 | Deuteronomium 29:16 - Deuteronomium 29:18 | Jesaja 2:20 - Jesaja 2:21