Statenvertaling
En gij, o mensenkind! de kinderen uws volks spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord zij, dat van den HEERE voortkomt.
Herziene Statenvertaling*
En wat u betreft, mensenkind, uw volksgenoten praten over u bij de muren en in de deuropeningen van de huizen. De een praat met de ander, ieder met zijn broeder: Kom toch, en hoor wat het woord is dat van de HEERE uitgaat.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Gij nu, mensenkind, uw volksgenoten spreken onderling over u bij de muren en aan de deuren der huizen; de een zegt tot de ander, ieder tot zijn naaste: Kom toch mee en hoor, welk woord er van de Here is uitgegaan.
King James Version + Strongnumbers
Also, thou H859 son H1121 of man, H120 the children H1121 of thy people H5971 still are talking H1696 against thee by H681 the walls H7023 and in the doors H6607 of the houses, H1004 and speak H1696 one H2297 to H854 another, H259 every one H376 to H854 his brother, H251 saying, H559 Come, H935 I pray you, H4994 and hear H8085 what H4100 is the word H1697 that cometh forth H3318 from H4480 - H854 the LORD. H3068
Updated King James Version
Also, you son of man, the children of your people still are talking against you by the walls and in the doors of the houses, and speak one to another, every one to his brother, saying, Come, I pray you, and hear what is the word that comes forth from the LORD.
Gerelateerde verzen
Jesaja 58:2 | Jeremía 11:18 - Jeremía 11:19 | Jeremía 18:18 | Jeremía 42:1 - Jeremía 42:6 | Jeremía 23:35 | Jeremía 42:20 | Matthéüs 22:16 - Matthéüs 22:17 | Matthéüs 15:8 | Jesaja 29:13