Logo Bijbelvers.net

Ezechiël 39:17



Statenvertaling
Gij dan, mensenkind! zo zegt de Heere HEERE: Zeg tot het gevogelte van allen vleugel, en tot al het gedierte des velds: Vergadert u, en komt aan, verzamelt u van rondom, tot Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb, een groot slachtoffer, op de bergen Israëls, en eet vlees, en drinkt bloed.

Herziene Statenvertaling*
En u, mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Zeg tegen alle soorten vogels en tegen alle dieren van het veld: Verzamel u en kom, kom van rondom bijeen, bij Mijn offer, dat Ik breng, een groot offer voor u op de bergen van Israël, en eet vlees en drink bloed.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Gij nu, mensenkind, zo zegt de Here Here: zeg tot het gevogelte van allerhande gevederte en tot al het gedierte des velds: verzamelt u en komt, ver­enigt u van alle kanten bij het slachtoffer dat Ik voor u slacht, een groot slachtoffer, op de bergen van Israël; eet vlees en drinkt bloed.

King James Version + Strongnumbers
And, thou H859 son H1121 of man, H120 thus H3541 saith H559 the Lord H136 GOD; H3069 Speak H559 unto every H3605 feathered H3671 fowl, H6833 and to every H3605 beast H2416 of the field, H7704 Assemble yourselves, H6908 and come; H935 gather yourselves H622 on every side H4480 - H5439 to H5921 my sacrifice H2077 that H834 I H589 do sacrifice H2076 for you, even a great H1419 sacrifice H2077 upon H5921 the mountains H2022 of Israel, H3478 that ye may eat H398 flesh, H1320 and drink H8354 blood. H1818

Updated King James Version
And, you son of man, thus says the Lord GOD; Speak unto every feathered fowl, and to every beast of the field, Assemble yourselves, and come; gather yourselves on every side to my sacrifice that I do sacrifice for you, even a great sacrifice upon the mountains of Israel, that all of you may eat flesh, and drink blood.

Gerelateerde verzen
Jesaja 56:9 | Openbaring 19:17 - Openbaring 19:18 | 1 Samuël 16:3 | Jesaja 18:6 | 1 Samuël 9:13 | 1 Samuël 17:46 | Jesaja 34:6 | Zefánja 1:7 | Jeremía 12:9 | Ezechiël 39:4 | Genesis 31:54 | Jeremía 46:10