Logo Bijbelvers.net

Ezechiël 43:7



Statenvertaling
En Hij zeide tot mij: Mensenkind! dit is de plaats Mijns troons, en de plaats der zolen Mijner voeten, alwaar Ik wonen zal in het midden der kinderen Israëls, in eeuwigheid; en die van het huis Israëls zullen Mijn heiligen Naam niet meer verontreinigen, zij noch hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen hunner koningen, op hun hoogten;

Herziene Statenvertaling*
en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Isra­ëlieten. Zij die van het huis van Israël zijn, zullen Mijn heilige Naam niet meer verontreini­gen, zij en hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen van hun koningen op hun offerhoogten.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, [dit] [is] de plaats van mijn troon en de plaats mijner voetzo­len, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid; het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen, zij noch hun koningen, met hun ontucht en met de lijken van hun konin­gen na hun dood.

King James Version + Strongnumbers
And he said H559 unto H413 me, Son H1121 of man, H120 ( H853 ) the place H4725 of my throne, H3678 and the place H4725 of the soles H3709 of my feet, H7272 where H834 - H8033 I will dwell H7931 in the midst H8432 of the children H1121 of Israel H3478 for ever, H5769 and my holy H6944 name, H8034 shall the house H1004 of Israel H3478 no H3808 more H5750 defile, H2930 neither they, H1992 nor their kings, H4428 by their whoredom, H2184 nor by the carcases H6297 of their kings H4428 in their high places. H1116

Updated King James Version
And he said unto me, Son of man, the place of my throne, and the place of the soles of my feet, where I will dwell in the midst of the children of Israel for ever, and my holy name, shall the house of Israel no more defile, neither they, nor their kings, by their whoredom, nor by the carcasses of their kings in their high places.

Gerelateerde verzen
Ezechiël 39:7 | Ezechiël 48:35 | Psalmen 68:18 | Ezechiël 1:26 | Jeremía 14:21 | 2 Korinthe 6:16 | Johannes 14:23 | Psalmen 47:8 | Jesaja 66:1 | Éxodus 29:45 | Matthéüs 28:20 | Jeremía 16:18 | Openbaring 22:3 | Openbaring 21:2 - Openbaring 21:3 | Zacharia 14:20 - Zacharia 14:21 | Psalmen 99:5 | Ezechiël 37:26 - Ezechiël 37:28 | Hoséa 14:8 | Zacharia 13:2 | Leviticus 26:30 | Ezechiël 43:9 | Jesaja 6:1 | Ezechiël 20:39 | Jeremía 3:17 | Psalmen 99:1 | Jeremía 17:12 | Handelingen 7:48 - Handelingen 7:49 | Ezechiël 10:1 | Joël 3:17 | Johannes 1:14 | Matthéüs 5:34 - Matthéüs 5:35 | Psalmen 132:14 | Ezechiël 23:38 - Ezechiël 23:39 | 1 Kronieken 28:2