Statenvertaling
En neemt gij voor u tarwe, en gerst, en bonen, en linzen, en heerse, en spelt; en doe die in een vat, en maak die u tot brood; naar het getal der dagen, die gij op uw zijde nederliggen zult, driehonderd en negentig dagen, zult gij dat eten.
Herziene Statenvertaling*
En u, neem u tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt. Doe die dan in één pot en maak daarvan voor uzelf brood. Het aantal dagen dat u op uw zij ligt, driehonderdnegentig dagen, moet u dat eten.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En gij, neem tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt, doe ze in een pot en maak er brood van; zolang gij op uw zijde ligt, driehonderd en negentig dagen, zult gij dit eten.
King James Version + Strongnumbers
Take H3947 thou H859 also unto thee wheat, H2406 and barley, H8184 and beans, H6321 and lentiles, H5742 and millet, H1764 and fitches, H3698 and put H5414 them in one H259 vessel, H3627 and make H6213 thee bread H3899 thereof, according to the number H4557 of the days H3117 that H834 thou H859 shalt lie H7901 upon H5921 thy side, H6654 three H7969 hundred H3967 and ninety H8673 days H3117 shalt thou eat H398 thereof.
Updated King James Version
Take you also unto you wheat, and barley, and beans, and lentils, and millet, and fitches, and put them in one vessel, and make you bread thereof, according to the number of the days that you shall lie upon your side, three hundred and ninety days shall you eat thereof.
Gerelateerde verzen
Ezechiël 4:16 | Ezechiël 4:13 | Jesaja 28:25