Ezechiël 8:5
Statenvertaling
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, hef nu uw ogen op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden aan de poort van het altaar was dit beeld der ijvering, in den ingang.
Herziene Statenvertaling*
Hij zei tegen mij: Mensenkind, sla toch uw ogen op in de richting van het noorden. Toen sloeg ik mijn ogen op in de richting van het noorden. En zie, ten noorden van de poort van het altaar stond in de ingang het afgodsbeeld van de na-ijver.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij zeide tot mij: Mensenkind, richt uw blik naar het noorden! Toen richtte ik mijn blik naar het noorden, en zie, ten noorden van de poort bij het altaar stond aan de ingang dat afgodsbeeld, het voorwerp van naijver.
King James Version + Strongnumbers
Then said H559 he unto H413 me, Son H1121 of man, H120 lift up H5375 thine eyes H5869 now H4994 the way H1870 toward the north. H6828 So I lifted up H5375 mine eyes H5869 the way H1870 toward the north, H6828 and behold H2009 northward H4480 - H6828 at the gate H8179 of the altar H4196 this H2088 image H5566 of jealousy H7068 in the entry. H872
Updated King James Version
Then said he unto me, Son of man, lift up your eyes now the way toward the north. So I lifted up mine eyes the way toward the north, and behold northward at the gate of the altar this image of jealousy in the entry.
Gerelateerde verzen
Psalmen 48:2 | Jeremía 3:2 | Ezechiël 8:3 | Zacharia 5:5 - Zacharia 5:11 | Psalmen 78:58 | Jeremía 32:34