Logo Bijbelvers.net

Genesis 24:47



Statenvertaling
Toen vraagde ik haar, en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Bethuël, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard heeft. Zo legde ik het voorhoofdsiersel op haar aangezicht, en de armringen aan haar handen;

Herziene Statenvertaling*
Toen vroeg ik haar en zei: Van wie bent u een dochter? Zij antwoordde: Ik ben de dochter van Bethuel, de zoon van Nahor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik een ring in haar neus en de armbanden aan haar armen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Daarop vroeg ik haar en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Betuel, de zoon van Nachor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik de ring aan haar neus, en de armbanden aan haar handen.

King James Version + Strongnumbers
And I asked H7592 her, and said, H559 Whose H4310 daughter H1323 art thou? H859 And she said, H559 The daughter H1323 of Bethuel, H1328 Nahor's H5152 son, H1121 whom H834 Milcah H4435 bare H3205 unto him: and I put H7760 the earring H5141 upon H5921 her face, H639 and the bracelets H6781 upon H5921 her hands. H3027

Updated King James Version
And I asked her, and said, Whose daughter are you? And she said, the daughter of Bethuel, Nahor's son, whom Milcah bare unto him: and I put the earring upon her face, and the bracelets upon her hands.

Gerelateerde verzen
Éfeze 5:26 - Éfeze 5:27 | Jesaja 62:3 - Jesaja 62:5 | Ezechiël 16:10 - Ezechiël 16:13 | Psalmen 45:9 | Genesis 24:22 - Genesis 24:24 | Genesis 24:53 | Psalmen 45:13 - Psalmen 45:14