Statenvertaling
Toen bouwde hij daar een altaar, en riep den Naam des HEEREN aan. En hij sloeg aldaar zijn tent op; en Izaks knechten groeven daar een put.
Herziene Statenvertaling*
Toen bouwde hij daar een altaar en riep de Naam van de HEERE aan. Hij zette daar zijn tent op en de dienaren van Izak groeven daar een put.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen bouwde hij daar een altaar en riep de naam des Heren aan. Hij spande daar zijn tent, en de knechten van Isaak groeven daar een put.
King James Version + Strongnumbers
And he builded H1129 an altar H4196 there, H8033 and called H7121 upon the name H8034 of the LORD, H3068 and pitched H5186 his tent H168 there: H8033 and there H8033 Isaac's H3327 servants H5650 digged H3738 a well. H875
Updated King James Version
And he built an altar there, and called upon the name of the LORD, and pitched his tent there: and there Isaac's servants dug a well.
Gerelateerde verzen
Genesis 22:9 | Genesis 35:1 | Genesis 13:4 | Genesis 13:18 | Genesis 33:20 | Psalmen 116:17 | Genesis 12:7 - Genesis 12:8 | Genesis 8:20 | Éxodus 17:15