Logo Bijbelvers.net

Genesis 35:1



Statenvertaling
Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau.

Herziene Statenvertaling*
Daarna zei God tegen Jakob: Sta op, ga naar Bethel en ga daar wonen en maak daar een altaar voor de God Die aan u verschenen is, toen u vluchtte voor uw broer Ezau.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En God zeide tot Jakob: Maak u reisvaardig, trek naar Betel, blijf daar, en richt er een altaar op voor de God, die u verschenen is, toen gij vluchttet voor uw broeder Esau.

King James Version + Strongnumbers
And God H430 said H559 unto H413 Jacob, H3290 Arise, H6965 go up H5927 to Bethel, H1008 and dwell H3427 there: H8033 and make H6213 there H8033 an altar H4196 unto God, H410 that appeared H7200 unto H413 thee when thou fleddest H1272 from the face H4480 - H6440 of Esau H6215 thy brother. H251

Updated King James Version
And God said unto Jacob, Arise, go up to Bethel, and dwell there: and make there an altar unto God, that appeared unto you when you fled from the face of Esau your brother.

Gerelateerde verzen
Éxodus 2:15 | Genesis 31:3 | Genesis 31:13 | Psalmen 47:4 | Genesis 12:8 | Genesis 35:7 | Genesis 22:14 | Deuteronomium 32:36 | Nahum 1:15 | Genesis 13:3 - Genesis 13:4 | Prediker 5:4 - Prediker 5:6 | Hoséa 12:4 | Psalmen 46:1 | Psalmen 91:15 | Genesis 16:8 | Genesis 28:10 - Genesis 28:22 | Genesis 27:41 - Genesis 27:45